In Publieke wetenschap


Alledaagse wetenschap


Lessen uit Ulysses

In de discussie over de relatie tussen wetenschap en samenleving wordt vaak gesproken over de kloof tussen wetenschap en 'het publiek'. Een blik op de rol van wetenschap in literatuur levert echter een verrassend inzicht op: de vermeende kloof blijkt geen fundamenteel gegeven, maar een gevolg van het stelselmatig negeren van de concrete rol van wetenschap in het dagelijks leven.

beeld Roland van Dierendonck


Deel of lees later...

Like dit op Facebook

  • Instapaper

The regular vulgarian, I daresay,
Is happier: he sees the Milky Way
Only when making water. V. Nabokov, Pale Fire (London 2011) versregels 125-127

Niet iedereen heeft een positieve voorstelling van het publieke beeld van wetenschap. Het veelbesproken programma van Science in Transition beveelt aan dat er meer gedaan moet worden om ‘het publiek’ te informeren over het wetenschappelijk bedrijf. De afstand (om het geen kloof te noemen) tussen de wetenschap en het publiek is al decennia een punt van zorg. Hoe kan de gewone man of vrouw betrokken worden bij de wetenschap?

In de resulterende discussie wordt gemakkelijk gesproken van wetenschap en publiek, zonder de categorieën te problematiseren. Voor meer genuanceerde benaderingen, zie: B. Bensaude-Vincent, ‘A genealogy of the increasing gap between science and the public’, Public Understanding of Science 10 (2001) 99-113;  R. Cooter and S. Pumfrey, ‘Separate spheres and public places: reflections on the history of science popularization and science in popular culture’, History of Science 32 (1994) 237-267.   Men heeft het over publieke beelden van wetenschap, zonder zich voor concrete gevallen af te vragen welke rol wetenschap in het alledaagse leven van ‘gewone’ mensen speelt. Er valt mijns inziens nog veel te leren van James Secords wetenschapsgeschiedenis ‘from the ground up’, zoals hij dat heeft uitgewerkt in zijn Victorian Sensation. J. Secord, Victorian Sensation. The Extraordinary Publication, Reception, and Secret Authorship of Vestiges of the Natural History of Creation (Chicago 2000).

Hier wil ik echter voor lessen te rade gaan bij Ulysses, James Joyce’s klassieke modernistische roman waarin de gewone (maar geenszins gemiddelde) man en het alledaagse leven geportretteerd en in zekere zin gevierd worden. Het centrale karakter is Leopold Bloom, hoorndrager en colporteur voor advertenties. Wat doet wetenschap met hem of hij met wetenschap? 

Meer dan je zou verwachten. Alles wat hij doet en meemaakt gaat gepaard met wetenschappelijke bespiegelingen. Bij het voeren van de kat: ‘Wonder is it true if you clip them they can’t mouse after. Why? They shine in the dark, perhaps, the tips. Or kind of feelers in the dark, perhaps.’ De opkomst van de zon brengt hem op de gedachte dat als je snel genoeg naar het westen reist, je technisch gezien geen dag ouder wordt. Bij het kloklezen: ‘Parallax. I never exactly understood.’ Ook herinnert hij zich dat de valversnelling gelijk is aan 9,81m/s2. ‘Per second for every second it means.’ (Tijd speelt een grote rol in Ulysses.)  

 Als we meer oog hebben voor alledaagse wetenschap,  zullen we zien dat de vermeende kloof tussen wetenschap en publiek een schijnprobleem is.

Waar heeft Bloom deze kennis vandaan? Een deel van zijn scientific literacy komt van de middelbare school. ‘Vance in High school cracking his fingerjoints, teaching.’ Zoals autobiografieën van wetenschappers als Max Planck getuigen, kunnen docenten een onuitwisbare indruk achterlaten. M. Planck, Wissenschaftliche Selbstbiographie (Leipzig 1967) 7-8.   Door zelfstudie bleef Bloom zich ook na school ontwikkelen. Zijn boekenkast bevat titels als A Handbook of Astronomy, In track of the sun en Short but yet Plain Elements of Geometry.

Interessant is dat Bloom de opgedane kennis deelt. Zijn vrouw, Molly, vraagt hem bijvoorbeeld wat ‘met him pike hoses’ (metempsychosis) betekent. Op zijn antwoord dat dit staat voor de transmigratie van zielen, zegt ze: ‘O, rocks! … Tell us in plain words.’ Wetenschap communiceren is vertalen. Dochter Molly weet zijn uitleg gelukkig meer te waarderen: ‘a natural phenomenon having been explained by him to her she expressed the immediate desire to possess without gradual acquisition a fraction of his science, the moiety, the quarter, a thousandth part.’ Ongevraagd legt Bloom anderen uit hoe er voor alles een natuurlijke verklaring is. Net als de verstrooide sterrenkundigen van Laputa uit Gulliver’s Travels, had hij wellicht beter op zijn vrouw kunnen letten. Zoals Lenehan, die wel vaker sterke verhalen vertelt, opschept: ‘Bloom was pointing out all the stars and the comets in the heavens to Chris Callinan and the jarvey: the great bear and Hercules and the dragon, and the whole jingbang lot. But, by God, I was lost, so to speak, in the milky way [Molly’s boezem].’  

Blooms rol als wetenschapscommunicator herinnert ons aan Ludwik Flecks punt dat bekende tweedelingen – expert-leek, wetenschap-publiek – te simplistisch zijn. Mensen zijn niet eenduidig in één van de categorieën in te delen. De predicaten zouden eerder relatief moeten zijn, waarbij het van omstandigheden afhangt of je iemand een ‘leek’ of ‘expert’ zou noemen. Niet voor niets wordt naar Bloom verwezen als ‘distinguished scientist Herr Professor Luitpold Blumenduft’ wanneer hij uitlegt waarom mensen die worden opgehangen een spontane erectie krijgen. Als we meer oog hebben voor alledaagse wetenschap,  zullen we zien dat de vermeende kloof tussen wetenschap en publiek een schijnprobleem is.

Tot slot. In Ulysses wordt ook de zogenaamde kloof tussen de ‘twee culturen’ overbrugd. Deze worden in de roman vertegenwoordigd door Bloom (het wetenschappelijke temperament) en door de dichter Stephen Dedalus (het kunstzinnige temperament). De relatie tussen beiden vormt zelfs een belangrijke rode draad. Ze komen geleidelijk nader tot elkaar, met als stralend hoogtepunt een gezamenlijk wateren onder de sterrenhemel:


What celestial sign was by both simultaneously observed?
A star precipitated with great apparent velocity across the firmament
from Vega in the Lyre above the zenith beyond the stargroup of the Tress
of Berenice towards the zodiacal sign of Leo.