Zoals Hein Brookhuis terecht opmerkt in zijn stuk over Bildung, praten de verschillende voor- en tegenstanders op momenten door elkaar. Iedereen neemt een andere aanvliegroute voor het begrip van Bildung en zodoende zijn we in een landschap beland waardoor we door de bomen het Bildungsbos niet meer kunnen zien. De kritiek van Nardi Lam op mijn stuk over Bildung moet ook gesitueerd worden als het omhakken van het verkeerde hout. Nardi Lam heeft een opvatting van Bildung die geenszins overeenkomt met het Bildungsbegrip dat te lezen valt in mijn stuk, maar bovendien gaat het voorbij aan een fundamentele eigenschap van onderwijs.
De misidentificatie begint al in de typering van mijn stuk: hoewel ik inderdaad iemand citeer die ‘Bildung’ wil introduceren als een reactie op de veranderende arbeidsmarkt, is de strekking van mijn stuk vooral gericht op de intrinsieke waarde van Bildung. De rechtvaardiging vanuit de arbeidsmarkt is juist een te nauwe opvatting van wat het betekent om nut te hebben. Afijn, dit even terzijde, is de kern van het betoog van Nardi Lam ook een schot in een niet-bestaande roos. De kern van dat stuk draait om het feit dat Bildung zorgt voor persoonlijke ontwikkeling en door het persoonlijke karakter kan het onmogelijk door de universiteit op de agenda worden gezet.
Het is waar dat Bildung vaak vertaald wordt als zelfontplooiing en dat Bildung in goede vorm een blijvend effect heeft op de persoonlijkheid van iemand. Vandaar ook mijn suggestie dat Bildung zal zorgen voor leiders met visie. Het is echter onjuist om vervolgens te stellen dat Bildung om een puur persoonlijke aangelegenheid gaat. Wederom wijst Hein Brookhuis ons hier in de goede richting: het Bildungsideaal is inderdaad universeel. In het streven om gelijk de goden te worden, vinden we een gemene deler. Hoewel dat streven ons wellicht zal sturen naar ontelbaar verschillende identiteiten, maakt de universaliteit het per definitie onmogelijk om slechts een puur persoonlijke aangelegenheid te zijn.
Als Bildung draait om het ontwikkelen van een zelf, dan kan dat niet zonder hulp van buitenaf
Nu moet ik toegeven dat ik wel snap waar Nardi Lam vandaan komt: zijn betoog tegen agendering van Bildung op de universiteit wordt geïnformeerd door een meno-paradox in andere vorm. Hoe kan het zijn dat iemand zijn persoonlijke ontwikkeling door kan maken als iemand anders daarbij betrokken is? De meno-paradox stelt ons voor de vraag hoe we aan kennis komen: als we de kennis nog niet hebben, hoe weten we dan waar we naar zoeken en als we iets gevonden hebben, hoe weten we dan dat datgene kennis is? Socrates (of Plato, afhankelijk van welke scholar je spreekt) lost deze paradox op door te verwijzen naar een begrip van kennis dat ontsloten moet worden en eigenlijk al in iedereen zit. Kierkegaard (en nu wordt het interessant) kan niet meekomen met deze oplossing en overdenkt daarom de rol die leraar en leerling hebben.
Kierkegaard Søren Kierkegaard, Filosofische Kruimels [Philosophiske Smuler], Budel, Damon: 2013 stelt dat de leerling in onwaarheid verkeert. Doordat de leerling in onwaarheid verkeert, kan deze niet op zoek gaan naar de waarheid uit eigen kracht. De leerling heeft iemand nodig die wel zich in de waarheid bevindt, iemand die deze arme ziel verlost uit zijn lijden. Nu zou gesteld kunnen worden dat dit de leraar is en conceptueel gezien is dit juist, maar er is een probleem: ook de leraar verkeert in onzekerheid. Kierkegaard poneert hier daarom God als degene die ons kan redden van onze zondeval richting onwaarheid. Vertrekkende uit deze analyse stel ik nu dat de leraar een richtingwijzer kan zijn. De leerling verkeert fundamenteel in onwaarheid, maar de leraar niet meer.
Terug naar de meno-paradox die opduikt in het stuk van Nardi Lam: hoe kan iemand zijn persoonlijke ontwikkeling doormaken als iemand anders daarbij betrokken is? Het probleem is echter dat degene die de persoonlijke ontwikkeling doormaakt ook geen idee heeft waar deze heen moet. Deze persoon verkeert in de onwaarheid en is dus de leerling. Deze persoon heeft op zijn minst een leraar nodig die een richting wijst. Deze richting mag dan niet direct naar waarheid leiden, maar kan op zijn minst zorgen voor een asymptotische benadering van die waarheid. Waar Nardi Lam betoogt dat de universiteit Bildung slechts kan faciliteren, beweer ik nu dat het juist de universiteit is in haar rol als leraar, die deze Bildung moet verzorgen.
De vraag rest dan nog hoe dit onderwijs haar vorm moet krijgen. Deze vorm is het beste uitgesproken in een stuk van de Huffington Post ter verdediging van filosofie op de middelbare school. Frank Breslin schrijft daar het volgende:
“The secret of teaching is asking questions. Questions and theories open the mind; answers only lull it to sleep. Lecturing is the kiss of death, but if you want students to think, ask questions, many of them, relentless, rapid-fire, follow-up questions that give them no quarter.
At other times, ask open-ended questions with much time to think so that the magnitude of these questions can be palpably felt. Ask questions that drive students to the brink and abandon them there. Resolve nothing. If things are too clear, you have failed as a teacher.
There is also a kind of thinking that needs vagueness and shadow for the answers to come, as these answers need shielding from too much light. Teach students to struggle and wait for the answers to life, the best teacher which comes with no book of instructions or answer key.
On the temple at Delphi were inscribed the words: "Know Thyself," to which Oscar Wilde replied, "Only the shallow know themselves." Philosophy begins in wonder and mystery and, if one is lucky, may end there, too.”
Als Bildung draait om het ontwikkelen van een zelf, om het ontdekken van jezelf, om het kennen van jezelf, dan kan dat niet zonder hulp van buitenaf. De leraar is essentieel voor het onderwijs en daarmee ook voor Bildung. De leraar kan je opvangen als je valt naar beneden, de leraar kan je begeleiden bij je reis naar boven, de leraar kan ervoor zorgen dat je boven jezelf uitstijgt. Het gehele onderwijs, maar Bildung in bijzonder draait om het uitstijgen boven jezelf.