Waar spreiding van kennis via de universiteit in de Nederlandse ‘Gouden Jaren’ de sleutel leek te vormen tot het terugdringen van sociale ongelijkheid, is de universiteit nu veranderd in een massa-bedrijf met managers, hoge werkdruk, concurrentie en minder kans op een vaste baan. Wat is de invloed hiervan op de onderwijskansen kinderen uit hoogopgeleide en uit laagopgeleide gezinnen? Wordt de universiteit een meritocratie of een plutocratie? Wat, kortom, is er overgebleven van de sociale emancipatiemotor die de universiteit ooit was en welke rol speelt het nieuwe leenstelsel hierin?
Bekijk het gesprek